Aan de westkust van Italië ten zuiden van Napels barste in het jaar 79 na Christus de actieve vulkaan VESUVIUS uit die een doorsnede van acht kilometer en een hoogte van 1281 meter heeft. Vanop onze camperplaats te POMPEI zien we in de verte de besneeuwde krater van de VESUVIUS die nu zo vredig lijkt te rusten.
Het stadje POMPEI met zijn 10.000 inwoners werd hierdoor bedolven onder de vulkanische producten, weinige mensen overleefde deze
immense tragedie. In 1559 werd deze oude Romeinse stad bij toeval ontdekt, beetje bij beetje werden de huizen, winkels en thermen bloot gelegd,
met een ongekende rijkdom aan fresco’s en mozaïeken die bleken schuil te gaan
onder het puin, wij gaan een kijkje nemen.
In POMPEI waren de straten loodrecht op elkaar aangelegd en bestonden
uit grote blokken. Moest je een straat oversteken dan waren er een soort
“zebrapaden” die bestonden uit grote blokken
ter hoogte van de stoep, zodat men bij het oversteken, niet over de weg
hoefde te lopen, omdat de weg ook dienst deed als open riool. De stenen ware zodanig geplaatst dat de
karren er gemakkelijk met hun wielen tussendoor konden.
De cellen op de begane grond hadden gemetselde bedden waarop een matras werd geplaatst.
Het amfitheater van POMPEI werd gebouwd in 80 voor Christus en was daarmee het oudste van het gehele Romeinse rijk, de zitplaatsen konden ongeveer 20.000 mensen bevatten
CASERTA
In CASERTA 50 km voorbij POMPEI, veilig, verder weg van de uitbarstingen van de VESUVIUS liet koning Karel III van Bourbon een koninklijke residentie bouwen.
En zo gebeurde het; een 470 jaar geleden was er in ITALIE een koning die alles groots zag.
Een koning woont gewoonlijk in een groot kasteel. Dat wist koning Karel III van Bourbon maar al te goed, maar het kasteel dat hij
wou moest groter zijn dan dat van VERSAILLES in FRANKRIJK, hij wou het grootste kasteel van
EUROPA. De architect Vanvitelli, zou er de juiste persoon
voor zijn, die werkte ook voor het Vaticaan.
De afmetingen van het paleis en haar tuin overtreffen in ieder geval in alle opzichten
die van Versailles. Het grondgebied heeft een totale oppervlakte van 45.000
vierkante meter. In het paleis zijn vijf verdiepingen met in totaal 1200 kamers
en 34 trappenhuizen, met veel fresco’s, beeldhouwwerk, kunstwerken en een enorme
hoeveelheid marmer.
Kosten zijn niet gespaard gebleven dat zien we onmiddellijk bij het binnenkomen aan de traphal en gangen


De koning liet fresco’s op zijn muren en plafond aanbrengen, nam goede schilders in dienst, die liet hij goede verf gebruiken zodat ze honderden jaren mooi zouden blijven. Op de muren en plafonds schilderen vond de koning de veiligste plaats, want fresco’s kunt ge niet stelen die zijn aan de muur verankerd. Die blijven zonder alarmsysteem altijd op het kasteel. De koning ‘kon op zijn 2 oren slapen’, hij was gerust.
Wij wandelen van de ene kamer naar de andere en staan even stil bij al dat moois
De Koning wilde een natuurlijke waterbron om zijn kasteel van water te voorzien.
En zo kwam er aan de achterkant van het kasteel een uitgestrekte symmetrische 3 km lange tuin die aan een waterval begint, door een kanaal naar het paleis loopt en regelmatig wordt onderbroken door prachtige fonteinen en watervallen. De fonteinen in het kanaal hebben allemaal een eigen betekenis met beelden uit de Griekse en Romeinse mythologie
In onze fantasie zien we de koets waarmee de koning zijn bezoekers rondleidde in zijn 3 km lange tuin. Om alzo al de hoekjes en kantjes van zijn Italiaanse en Engelse tuinen te laten bewonderen.
Ik weet niet hoe lang de koning zijn neus letterlijk was, maar figuurlijk zeggen wij dan “en zijn neus die krolde nogal”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten